De basis van whisky is mout. Dit is een ontkiemde gerst. Gerst laten ontkiemen wordt mouten genoemd. Deze mout moet worden gedroogd. De geur van de hete lucht of van de rook gaat tijdens het drogen in de moutkorrels zitten. De gedroogde korrels worden vervolgens fijngemalen, waarna water wordt toegevoegd. hierdoor kan een gistingsproces op gang komen. Door water toe te voegen aan de korrels, wordt het zetmeel in de korrels omgezet naar suikers, waardoor alcohol vrij komt. Dan volgt het destilleren. Na het destilleren wordt de whisky opgeslagen in eikenhouten vaten. De ketels voor het destilleren en de vaten voor het rijpen zijn allebei van grote invloed op de smaak van de whisky.